07 juli 2020

Selectie arbodienst: de bedrijfsarts de spreekkamer uit.

Wat we vanuit COVID-19 kunnen leren bij de selectie van de arbodienst.

Vanochtend heb ik een webinar mogen verzorgen over “Poortwachter in crisistijden”. Op basis van een aantal vragen van deelnemers en op grond van de inhoud zelf ontstond mijn idee op een blog te maken over de selectie van arbodiensten. Als vervolg op mijn blog van 14 april 2020.

Vanaf deze zomerperiode gaan veel bedrijven de selectie van een nieuwe arbodienst voor 2021 oppakken. Op Tendernet staan al veel aankondigingen daarvoor. Inderdaad is het NU de tijd om te starten met het selectieproces. Met drie maanden implementatietijd is starten echt reëel.

Nu hebben wij als Team ANDARE daarvoor alle stukken klaarliggen, dus we kunnen uw organisatie daar heel goed bij ondersteunen: u hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden, toch? Plus: het scheelt tijd en dus geld. En u krijgt een echt Poortwachter-protocol. En denk ook aan de SLIM-subsidie (€25K) per september !!

Wij hebben wel wat punten ter overweging die we graag meegeven:

1. Waarom een arbodienst? Veel bedrijven zullen zeggen omdat het moet. Deels is dat waar: de Arbeidsomstandighedenwet (kort: Arbowet) vraagt dat van u in het kader van preventie en ook verzuimaanpak. Zie artikel 3: “De werkgever zorgt voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten”.
In artikel 5 en 13 wordt dit verder uitgewerkt voor de preventieve aspecten: risico-inventarisatie en de preventiemedewerker. Hierbij zult u een bedrijfsarts en andere deskundigen moeten inschakelen.

2. En de verzuimaanpak dan?: artikel 14 en 14a Arbowet beschrijft hoe u dat met uw OR en een bedrijfsarts/arbodienst in een Basiscontract vastlegt. Ook hier staat weer preventie centraal. Verrassend is dan dat veel contracten in de praktijk alleen maar ingevuld worden met de verzuimaanpak; dat is na de preventie. Dan is de bedrijfsarts voornamelijk actief in de spreekkamer en is die weinig zichtbaar op de werkvloer.

3. COVID-19 heeft ons nu wel wat geleerd: we moeten veel meer doen aan preventie; niet alleen in slachterijen maar ook binnen andere bedrijven en kantoren: ventilatie. Maar ook in de persoonlijke sfeer van de medewerker: ben jij goed inzetbaar en zijn er weinig persoonlijke risico’s die voorkomen (hadden) kunnen worden. Ook zullen we de preventie via het inventariseren van risico’s opnieuw kunnen doen: zijn we echt bestand tegen dit soort pandemieën binnen ons bedrijf en naar onze medewerkers?

4. Hieruit blijkt dat we dus niet de RI&E doen omdat “het nu eenmaal moet”, maar dat we het ook kunnen doen om dit soort risico’s echt te onderkennen en daar wat aan te doen. Hebben we daar nu wel genoeg oog voor gehad of waren we het alleen aan het doen omdat het moet?

5. Dit zien we ook bij de PMO (Preventief Medisch Onderzoek) inclusief PAGO: preventief arbeidsgeneeskundig onderzoek: doen we dat 1x per 3 of 5 jaar of doen we het als iemand het nodig lijkt te hebben en kijken daarbuiten geregeld naar afdelingen of functies die dat nodig zouden kunnen hebben. Zijn we wel genoeg bezig met het welzijn van onze medewerkers die we zo ontzettend nodig hebben. Uitgaande van 2,5% medisch verzuim (bron: Avans+) zullen we dus meer bezig zijn met preventieve taken en dan minder met verzuimtaken.

6. Waar hebben we dan die bedrijfsarts voor nodig? Om de werkgever en de medewerkers te ondersteunen bij juist die preventieve taken, ook gericht op het individu. Door de privacy-regels waarbij we geen medische gegevens mogen vastleggen, hebben we de steun en adviezen van de bedrijfsarts en zijn taakgedelegeerde casemanager nodig om uitval door ziektes als COVID-19 (en volgende) te voorkomen, dan wel de risico’s te verkleinen.

7. Dus meer aandacht voor overgewicht, overbelasting, onderbenutting, disbalans en andere te voorkomen of beperken uitvalsoorzaken, die vooraf kunnen worden gezien en voorkomen. De bedrijfsarts die nu vaak in de spreekkamer zit om zogenaamde Poortwachter-taken uit te voeren, kan beter benut worden om te voorkomen dat er ongevallen gebeuren, collectieve of individuele risico’s intreden en verzuim gaat ontstaan.

Samen met een (taakgedelegeerde) Inzetbaarheidsadviseur is de bedrijfsarts in onze nieuwe BedrijfsGezondheidsOrganisatie (BGO) van cruciaal belang voor het beschikbaar hebben en houden van ons goed inzetbare personeel. Dat is dan toch ook een applaus waard, in plaats van kritische “moet dat nou”-beweringen.

En het is ook goed voor de beweging van de bedrijfsarts, zowel fysiek als overdrachtelijk.

UGR’s: de ‘Ongeschreven Grond Regels’ van onze organisatiecultuur: hoe medewerkers hun perceptie op cultuur invullen
In 7 stappen naar je kernwaarden, september 2020, deel 1